jan steen
Herinneringen
door Jan Steen (Ton Steinz)
In
mijn middelbare schooltijd en daarna tijdens mijn studie, presenteerde ik het
AVRO TV programma Rooster samen met onder meer Ad 's-Gravenzande en
Saskia Stuiveling. Dit was een van de eerste jeugd TV programma's
(onder leiding van Gerrit den Braber). Omdat ik wel wat meer wilde doen,
meldde ik mij in 1966 bij Veronica aan de Herenstraat in Hilversum. Achter de
kousenhandel waren daar provisorisch een paar studio's ingericht. Ik kreeg zowaar
Bul Verweij te spreken die mij na een kort gesprek voorstelde aan Willem
van Kooten. Ik deed een stemtest en mocht meteen de vrijdag daarop aan boord.
Chiel Montagne werkte mij in.
Van de AVRO mocht ik niet mijn eigen naam gebruiken en onderweg naar het schip
werd de naam "Jan
Steen" bedacht. Dat is tot mijn vertrek in 1971 zo gebleven.
![]() |
Mr. Ton Steinz op 18 april 1973 tijdens de hearing als 'verdediger' van het Veronica personeel. |
Ik
draaide periodiek mee in de ploeg van Gerard de Vries, Eddy Becker,
Chiel Montagne, Hans Mondt en enkele anderen. De boordploeg wilde
mij in principe alleen maar accepteren wanneer ik 's ochtends vroeg al heel
wat jenever innam tijdens de tocht naar het schip met de sleepboot van Rederij
de Ruijter. De nieuwsuitzendingen hebben daaronder gelukkig niet geleden.
Het
nieuws namen wij over van het ANP en van enkele Engelse zenders. Ook deed de
telex het soms, zodat we ook daaruit konden putten. Legaal was dat niet, maar
illegaal ook niet, omdat oom Bull aan het ANP en anderen steeds aanbood
om voor de berichten te betalen. Daar stak het kabinet echter een stokje voor.
Rond
ieder bulletin moesten we altijd spots voorlezen voor Indus horloges, Constant
verlovingsringen en/of Hamol Ultra, een zonnebrandmiddel. Om hierbij enthousiast
te kunnen blijven heb ik een keer naar Indus gebeld en een bezoek aan de fabriek
gebracht. Ik heb er een mooi horloge aan overgehouden.
Bekend
is het nepbericht dat het ANP een keer uitzond om te bewijzen dat wij hun nieuws
overnamen. Dat ging over een brand in een grote kippenfarm in 'Withuizen'
met heel veel dode kippen. Gerard de Vries nam dat een uur later keurig
in zijn bulletin op. De anderen waren allemaal blij dat dat hun niet was overkomen.
Na
enige tijd merkte ik dat de ploeg in Hilversum, als het zou kunnen, zo min mogelijk
aan boord wilde werken. Ik stelde toen aan oom Bull voor om onder mijn
medestudenten een aantal geschikte kandidaten te zoeken waarna ik deze zou indelen
etc.. Hij vond het een zeer goed plan, het was misschien wel een uitkomst.
Van heel wat studenten werden toen de stemmen getest, waarna een nieuwsleesploeg
werd samengesteld. Oom Bull verdubbelde hierbij mijn toch al hoge salaris.
In de praktijk ging het helaas mis doordat sommigen van de zenuwen gingen stotteren
en anderen reeds bij windkracht 6 over de reling hingen in plaats van het nieuws
te lezen. We waren namelijk vergeten de windkrachtbestendigheid van de betrokkenen
te testen. Het plan werd toen afgeblazen en ik kreeg weer mijn oude salaris.
Er
kon bij Veronica altijd heel veel. Ik vroeg bijvoorbeeld aan Willem van Kooten
of ik een programma van een uur per week mocht maken voor het lustrum van mijn
studentenvereniging. Hij vond dat goed. Ik maakte het vervolgens samen met Freek
de Jonge die toen zijn eerste schreden in het cabaretvak zette. Ik herinner
mij nog dat hij een postbode uit Halfweg interviewde die de post nooit kon bezorgen,
omdat hij altijd maar half op weg was. Ad Bouman verzorgde de techniek.
Aan
boord werden we goed verzorgd en de grappen en grollen waren niet van de lucht.
Er zaten een paar echte zeebonken bij die vroeger een schip in de vaart hielden
maar er nu voor moesten zorgen dat ons schip juist niet ging varen.
Geregeld
werd er over voorbehoedmiddelen gesproken die toen nog maar mondjesmaat voorhanden
waren. Een van ons bood eens "renders" aan, tabletten die het Amerikaanse
leger aan de soldaten verstrekte. We namen er allemaal een stuk of tien af.
Na een paar maanden vertelde een van de bemanningsleden dat zijn vrouw toch
zwanger was geworden, maar toen bleek dat hij niet goed had geluisterd omdat
hij haar de tabletten had laten inslikken terwijl ze met hun zaaddodende werking
slechts vaginaal geplaatst hadden moeten worden.
Soms
ontbrak er een band en dan moest ik dat uur invullen. Ook viel er bij het overladen
een keer een stapel banden in zee. Dat heb ik toen slechts gedeeltelijk kunnen
oplossen. In elk geval maakten we op zondag altijd het flitsende programma "Sport
uit zee" met uitslagen (overgenomen van Frits van Turenhout) en
wederwaardigheden.
Af
en toe gingen we met de reddingsboot garnalen vissen waarbij ik het nieuws op
een bandje een uur vooruit maakte. Meestal ging ik met een kilo garnalen naar
huis.
In de zomer kwam er 's avonds om circa 20 uur altijd een boot langs ("de
ballenboot") met vakantiegangers die een tochtje maakten. De rederij had
met oom Bull afgesproken dat we dan allemaal buiten moesten staan en
flink moesten zwaaien. Dat deden we ook. Velen dachten dat Lex, Rob
en anderen aan boord waren en de bemanning wees dan altijd naar mij, waarna
de boot in verwarring afdroop.
Mijn
laatste tijd zat ik in de ploeg met Freek Simon, Dick Klees en
Arend Langenberg, die later allemaal een plaats in omroepland hebben
gevonden.
In
1973 vroeg het personeel mij om namens hen het woord te voeren tijdens de hoorzitting
van de Tweede Kamer op 18 april over de anti-Veronica-wetten. Dat gebeurde aan
het einde van een lange dag terwijl er ca 150.000 demonstranten op de been waren.
De omroepen hadden op verzoek van het kabinet, al enige tijd Hilversum 3
ingevoerd, een lichte muziek zender die het gemis aan Veronica zou moeten opvangen.
Met alle verschillende omroepen, die ieder alleen maar op hun eigen manier hun
uitzendingen verzorgden, was er echter een gedrocht ontstaan dat niet in de
schaduw van Veronica kon staan. Iedere coördinatie of horizontale programmering
ontbrak immers. En "De Muzikale Fruitmand" van de EO,
vol met psalmen, was voor hun luisteraars waarschijnlijk zeer mooi, maar met
een popzender had het niets te maken.
Ik
heb daarop nadrukkelijk gewezen en gesteld dat met deze wetten, miljoenen Nederlanders,
een zeer dierbare vriend - waarmee ze opstonden en naar bed gingen, die altijd
vrolijk was en waarvan ze heel veel hielden - zouden verliezen. Ook bepleitte
ik dat de voltallige ploeg van Veronica – in dienst van wie dan ook –
zijn werk zou voortzetten. Zo'n gouden team mócht niet verloren gaan
en kon nooit meer worden gecreëerd. Het mocht helaas niet baten.
De
Tweede Kamer vroeg nog naar de afvloeiingsregelingen voor het personeel, maar
die waren in orde. Ten slotte verwees ik naar de 350.000 demonstranten die rond
het Binnenhof stonden, met de mededeling dat die de nieuwe plannen van Veronica
zouden ondersteunen en dat men daarvan het nodige kon verwachten. Dat is ook
gebleken.
Ik
ben daarna advocaat geworden en heb eraan meegewerkt dat Veronica en haar medewerkers
juridisch "aan land" kwamen. Onder meer door bedrijven voor hen te
creëren (en te verkopen) en contracten te maken. Ook door de Stichting
De Nederlandse Top 40 op te richten. Mede dankzij mijn Veronica-verleden,
heb ik vervolgens zeer veel mensen en bedrijven uit omroepland mogen bijstaan
waaronder de Veronica Omroep Organisatie (VOO). Ik heb aan mijn Veronica-avontuur
dus een mooie toekomst te danken.
Jan
Steen
(nu mr. Ton Steinz te Laren, NH)