juul geleick
Herinneringen inzake Radio Veronica
de aanloop daartoe en hoe het verder ging
door Juul Geleick 29
november 1967 – 31 augustus 1974
Radio(s) maken zat er bij mij al vroeg in. Immers, ik kreeg op m’n 10e van m’n vader een bouwdoos om een kristal ontvanger te maken. Het was de “Elektron” van de firma Amroh uit Muiden. Het werd solderen met de “gas” bout, dus warm laten worden op de gaspit.
En groot was de opwinding toen Hilversum 1 en 2 via de oortelefoon zachtjes hoorbaar waren. Al experimenterende en via de bekende dr. Blan ontvanger op de closetrol werd het al snel een bouwdoos van Philips, “Pionier 3 ”. In dat kartonnen omhulsel. Maar het ultieme was toch wel, een draagbare ontvanger! Zonder stopkontakt en lange draadantenne naar de radio luisteren! Het werd de “Positron”, ook van Amroh. Eind jaren 60 besloten m’n ouders dat we op vacantie naar Belgie en Luxemburg gingen, ze hadden er gewoond, we gingen met de auto en ja hoor, daar kon ik luisteren naar “208 – the station of the stars” en uiteraard de Nederlandse uitzendingen. Maar ja, luisteren is een vrij passieve aangelegenheid. En omdat ik toch al besloten had om electronica te gaan studeren besloot ik samen met een buurjongen om een heuse zender te gaan bouwen. Het werd er één met een buis, een DL 92, output misschien 1 watt of zo. Maar nadat de buis tijdens experimenten was gesneuveld besloten wij om een transistor te gaan gebruiken. Dat was immers je van het in die tijd. (1960-1962). En dat werkte, met maar 1 transistor (voor de technici onder ons, een AF 135 in collpits schakeling voorzien van een kristal en moduleren op de emmiter). De zinken dakgoot fungeerde als antenne en hup we waren aktief op de middengolf. Bereik,……. “de hele straat”. We draaiden, ja geloof het of niet, veel platen van Klaus Wunderlich.
Enfin, er moest natuurlijk wel gestudeerd worden en via de LTS kwam ik op de Dr. A.F Philipsschool in Hilversum (om de hoek waar ik woonde) terecht. Dat was in 1963. En daar kwam ik in de klas met een aantal heel bijdehante jongens. Eén daarvan was Ad Bouman. Hij kwam uit Amsterdam en had ook voor de studierichting electronica gekozen. Ad en ik kwamen dus bij elkaar in de klas en we “vonden” elkaar omdat we allebei veel naar de radio luisterden en vreselijk baalden al ze in Hilversum (Herman Stok – Tijd voor Teenagers) weer door de intro’s van de platen heen zaten te kletsen. Want we namen alles op van de toen nog aanwezige draadomroep. (voor de jeugdigen onder ons, een soort telefoonkabel via wie je een paar radiostations kon horen). Ad had op schoolfeestjes altijd een paar zaken goed voormekaar, de nieuwste platen van de radio opgenomen en de dames die hij meenam. Ik herinner mij nog ene Joke. En Ad had thuis (Retiefstraat 101 –2h Adam) met eirerrekjes een heuse studio gebouwd. Dus ging ik vaak met een retour Adam-Muiderpoort (Fl. 2,40 toen nog!!!), naar Ad om onze eigen radioprogramma’s op te nemen op die prachtige “jaloersmakende” 4-sporen Philips bandrecorder van hem. Een paar van die eerste programma’s zitten nog in ons grote Veronica archief en zijn alleen voor intimi te beluisteren. In 1965 studeerden Ad en ik af en mochten gaan werken bij Philips Telecommunicatie industrie in Huizen. Maar allebei vonden we dat nou uiteindelijk niet dat je zegt……… Werken tussen 9 en 5. Nee, dat was niks voor ons. Omstreeks die tijd zag ik een advertentie in de Gooi en Eemlander van Radio Veronica; “technicus gevraagd”. Ik gaf de advertentie aan Ad en die ging solliciteren. Ik moest mijn militaire dienstplicht vervullen. Ad was vrijgesteld. En Ad werd aangenomen in de herfst van ’65. Maar ja, je weet hoe dat gaat; ik kwam dus veel op bezoek daar op de Hilversumse Zeedijk waar de Veronica studio’s waren. Op de Puch bromfiets met hoog stuur.
Ik werd toen al vrij snel opgenomen in de Veronica familie. Want het was natuurlijk wel handig zo’n jongen die af en toe kon “inspringen”. Dus dat ging soms van, “ach Juul kan jij effe de Rolling Stones show opnemen?” (ik was Stones fan tot aan 1971 ). In november 1967 riep de dienstplicht en vertrok ik naar de Elias Beekman kazerne te Ede. (de verbindingsdienst). Maar na 13 dagen mocht ik de dienst weer verlaten, met S5, dat wel. Maar misschien was dat wel een kompliment, ik was (en ben) geen “orders opvolger”. En de daarop volgende dagen, The Who hadden net een hit met “I can see for miles”, had ik nog geen zin om mij weer bij Philips in Huizen te melden, dus hup op de brommer naar Veronica! En technicus Jurg van Beem had wel wat te doen voor me en hij deed samen met Ad een goed woordje voor me bij hoofdtechnicus Karel van der Woerd. Tot op een dag Willem van Kooten (Joost dus) tegen me zei; “He, Jules, wat doe je eigenlijk op dit moment?”. Ik: ”nou Willem, ik ga weer naar Philips”. Willem: “wat verdien je daar?”. Ik: “425 gulden”. Willem; “bel maar op dat je niet meer terug komt, dat krijg je hier ook!” (onderhandelen is nooit mijn sterkste kant geweest). En zo ben ik bij Veronica gekomen. Mijn moeder zei nog; “jongen blijf nou bij Philips, daar heb je een mooi pensioen en dat bij die omroep, dat kan nooit wat zijn!” (inmiddels is Philps in Huizen en Hilversum opgeheven!). En ik krijg een prima pensioen bij de Omroep.
Goed, woensdag 29 november 1967 was m’n eerste officiele werkdag bij Radio Veronica. En ik heb er geen moment spijt van gehad! ’s Ochtends om acht uur, stipt op tijd, maar er was niemand! Na tien minuten kwam Gerard de Vries en ook hij had geen sleutel van de studio dus besloten wij om over een schutting via een bevriend bedrijf via de destijds altijd openstaande achterdeur naar binnen te glippen (voor de Hilversum kenners, dat bedrijf was ook van de gebroeders Verweij, het heette Universum in de Herenstraat).
Eén van m’n eerste officiele programma’s die ik moest opnemen was “Joost mag het weten”. Ik was enorm zenuwachtig want het was toch niet niks, opnemen met Joost den Draaijer!. Ik heb er nog een fragment van, en het zit in het Veronica archief, dat Joost mij welkom heet. De plaat die hij toen draaide; “Bend me shape me”, was van The American Breed.
Omstreeks die tijd zag ik ook een verlegen iemand binnenkomen met een cameljas en die zich als volgt voorstelde; “Hoi. Ik ben Lex Harding en kom van boord”. Lex was bijna tegelijkertijd met mij bij Veronica komen werken. Terecht moest ik in m’n begin periode veel programma’s opnemen die wat minder in de belangstelling kwamen maar toch belangrijk waren. Want iedere dj had wel z’n favoriete technicus; Jan van Veen met Ruud Westbroek en Jos Hogen, Ad met Joost en Rob Out enz. Al gauw kwam Lex aan land programma’s maken en hij werd heel veel aan Ad en mij “gekoppeld”. En samen met Lex heb ik “leren programma’s maken”. Die frequentesamenwerking is nooit meer overgegaan tot aan de laatste dag. En ook tijdens de “1224 dagen” in 1999 bleek nog altijd na al die jaren dat we elkaar tijdens het programma maken “blindelings” aanvoelden (Lex vertelde dat toen in de uitzending). In m’n uitnodiging ivm m’n 25 jarig TROS jubileum omschreef ik het als volgt;
'Lodewijk en ik begonnen bijna op dezelfde dag bij Radio Veronica, in 1967. En allebei gevraagd door de vader van de Nederlandse DJ’s: Willem van Kooten (Joost den Draaijer). Met Lex heb ik de meeste “radio-uren” in m’n Veronica tijd gemaakt. Het klikte tussen ons, Lex met lange haren, ik keurig kort geknipt, Lex in een witte sportwagen, ik op m’n bromfiets, Lex dronk een biertje en ik een cola. Van Lex heb ik geleerd om over popmuziek na te denken en een hoop dingen uit te pluizen (Als hij de Billboard uit had, spelde ik hem). Lex was voor mij bij Veronica de ‘denker’.'
Het werd 1968 en elke maand stond er wel weer een stuk in de krant dat Veronica “verboden” zou worden. En elke keer schrokken we weer. Het zou ieder moment afgelopen kunnen zijn. Maar elke keer ging de “storm” liggen. En toch kende 1968 een paar markante momenten. Robbie Dale kwam bij Veronica werken. We gingen programma’s maken voor Radio Popular de Mallorca. Henk van Dorp kwam. Nadat hij een interview maakte voor een krant met Joost bleek dat ze dezelfde iedeen hadden over een radioprogramma en dat werd “Help er zit een olifant in de tram”. Ook denk ik met veel voldoening terug aan de tijd van samenwerken met Henk van Dorp. Hij was degene die eigenlijk het “interview” en de montage daarvan bij Veronica introduceerde. Avonden en nachtenlang hebben we, Ad Bouman, Sietze Gardenier, Ruud Westbroek en ik zitten monteren voor de sportprogramma’s “Sportief zijn beter worden” . Vrij snel kwam Frits Barend het team versterken. En ik kan me nog één zondagnacht herinneren dat Henk de zojuist gemonteerde interviews met PSV doelman Jan van Beveren in z’n geheel aan het terugluisteren was om 03.00 uur ’s nachts en Frits en ik “baldadig” aan het voetballen waren in de discotheek tussen alle platen! Ja, dat waren nog eens tijden (er sneuvelden twee TL buizen). We gingen ook buiten voetballen olv Stan Haag op een klein veldje bij de ouders van Henk van Dorp in de buurt van Hilversum. Op dat veld trainden we vrijwel iedere zaterdagmorgen met een aantal illustere mensen; George Kooijmans (Earrings); Peter Koelewijn; Pim ter Linde enz. Nu loopt de snelweg A27 bij Hilversum pal over het veld en ik rijd er nog wel eens “overheen”. Joost den Draaijer wilde in het vroege voorjaar van ’68 een nieuwe studio en tegelijkertijd directeur worden (allebei werd toen door de gebroeders Verweij niet gehonoreerd). Uiteindelijk begon Joost op 1 april de productiemaatschappij Red Bullet. Maar toch begon in ’68 het duidelijk te worden dat we gingen verhuizen naar een nieuwe studio; Lapershoek. Karel van der Woerd maakte het hele studio ontwerp en ik had op mij genomen om de voorversterkers van de pick ups te ontwerpen. Want zoals Karel zei; “jij hebt toch electronica gestudeerd?”. Al pratend met Ad kwam ik tot de slotsom dat we vanwege de middengolf en de beperkte frequentiekarakteristiek toch een soort “hoog” correctie moesten toepassen. Dit omdat we ook veel Amerikaanse persingen draaiden die soms (te) veel hoge tonen bevatten. En die correctie hebben we experimenteel vastgesteld. Ik ontwierp een voorversterker en maakte 15 insteekprintjes die we zo konden uitwisselen. Ik ben het schema jammer genoeg kwijt, maar Ad heeft nog een voorversterker dus ik zal het weer tekenen. Het was de tijd van “Time of the season” van The Zombies (voorjaar ’69). Met die plaat, de Amerikaanse persing op DATE records met een groen label, hebben Ad en ik in het “hok” van Karel de pick ups en de frequentie karakterestiek van de door mij ontworpen voorversterker getest.
Enfin, Veronica verhuisde en kreeg een heuse telefooniste, daarvoor namen de meisjes van de discotheek gewoon allemaal de telefoon op. Er kwamen dj’s, er gingen dj’s, en er was wel eens een fikse ruzie, die vaak eindigde met een borrel (ik was overigens de enige bij Veronica die niet dronk en dat is nog steeds zo). Ook verliet Eddy Becker Veronica, hij ging naar de VARA en Tom Mulder kwam van een reklameburo en kreeg van Henk van Dorp de naam Klaas Vaak toen hij begin ’69 bij Veronica kwam werken. Ik was de eerste die z’n programma opnam, dat was op een middag om 2 uur. Ik weet het nog precies, Tom (Klaas) kwam binnen met een grote tape onder z’n arm; “Hoi, ik ben Tom en graag veel jingles draaien, hier heb je de band”. Tom zou in de zomer van 1973 naar de TROS radio vertrekken.
Ook kwamen er andere zeezenders, sommige gingen ook weer. Behalve eentje. Dat was het zendschip de Mebo 2. Als fanatieke kortegolf luisteraar en zendamateur hoorde ik hun testuitzendingen in het Duits door een dj die zich Axel noemde. Dat was in de 49 meterband, met een hoop fading. Toen kon ik nog niet bevroeden dat de Mebo 2 wel eens een grote concurrent kon gaan worden. En het meest tragische vond ik later eigenlijk wel dat die concurentie kwam van een aantal oud-collega’s! (Jan van Veen en Joost de Draaijer). Maar goed, concurrentie is op zich niet erg, zolang die maar ,in ons geval “via de ether” wordt uitgevochten. Hoewel, ik heb RNI nooit gezien als een concurrent, vooral ook omdat zij zich in mijn optiek richten op een een ander smaller en jonger publiek. En wij bij Veronica wensten een breder publiek te bereiken. Maar luisteren deed ik, behalve naar Leo van der Goot met 3-master, vrijwel nooit. Maar als electronicus en zendamateur vond ik het heel erg interessant, zoveel zenders tegelijk op een schip. En dat wekte m’n nieuwsgierigheid. Zo zelfs dat ik “vreemde” signalen ontdekte die ik als onverklaarbare tekens binnenkreeg op m’n telexlezer ontvanger. Tegelijkertijd dook het z.g. spionageverhaal op. Enfin ik vertelde dat tegen Oom Bull Verweij die ik opzocht tijdens zijn detentieperiode in de gevangenis in Utrecht. En na m’n bezoek stuurde hij mij een briefje met daarin “verscholen” de boodschap:”heb je nog meer opnamen gemaakt waarvan je laatst sprak……….???” . Oom Bull is nog steeds een man die uiterst positief in het leven staat en toen ook al. Hij schreef altijd erg leuke briefjes. Hij noemde mij wel eens z’n “staatssecretaris” en dat deed hij ook in dit briefje uit de gevangenis weer.
En toen deed zich na een paar dagen een merkwaardig fenomeen voor. Ik woonde nog bij m’n moeder, er werd aangebeld en er stonden twee heren voor de deur en zij waren uitermate geinteresseerd in m’n ontvangen telex signalen. Dat was de BVD dus! Die papierrolletjes had ik niet meer, want ik kon met die vreemde tekens niks. En ze stelden allerlei vragen , maar uiteindelijk vertrokken ze weer onverrichte zaken. Dit verhaal “onthul” ik nu voor het eerst in al die jaren. (het is al zo lang geleden). Maar de afdruk van de brief van Bull Verweij aan mij laat zien dat het echt zo was. Later , eind jaren 70 raakte ik als zendamateur bevriend met één van de zendertechnici van de MEBO, Frans de Feber en bleek dat de zendertechnici a/b van de Mebo gewoon met een telex aan het experimenteren waren geweest. Als aardige bijkomstigheid bleek trouwens dat Frans van de PTT later de volgende roepletters als zendamateur kreeg: PA2RNI (Frans is enkele jaren geleden helaas overleden).
Enfin, de bomaanslag had wel tot gevolg dat men in Den Haag heel erg zenuwachtig begon te worden en na al die jaren begon er beweging in de politiek te komen. En kontakten die we in politieke partijen, bijvoorbeeld de VVD, hadden waarschuwden ons dat het nu echt menens zou gaan worden. Ik herinner mij dat een directielid van Veronica mij eens vertelde dat de echtgenote van een hoge politicus raadslid was in Amsterdam en de partij van die echtgenote organiseerde in de Amsterdamse Pijp wel eens een wielerwedstrijd voor de jeugd. Veronica was dan nooit te beroerd om een “bedragje te schenken” om die wedstrijd mogelijk te maken. Zo ging dat toen!
En elke keer dat wij als medewerkers dachten; “nu is het afgelopen, we zien het niet meer zitten”, was het Rob Out die ons ervan wist te overtuigen om door te gaan!! Rob was in die tijd een geweldige inspirator. Die pluim mag best wel eens gegeven worden!
Niet alleen de politiek maakte het ons lastig. Buitenlandse zenders konden er ook wat van! De zender Beromunster in Zwitserland zou z’n toch al grote vermogen aanzienlijk versterken van 160 kw. naar 300 Kw. met als gevolg dat wij slechter te ontvangen zouden zijn!(zie elders op deze site het verhaal over het zenderbereik). We hadden bij Veronica al jaren een adviseur die goede kontakten had bij de techniese afdeling van de EBU (European Broadcasting Union) in Geneve en hij kwam na een studie met de suggestie dat we gebruik moesten gaan maken “de grondgolf”. Hij opperde 557 kHz. Dat werd dus zoals Oom Bull ooit eens zei; ”met een haal naar de andere kant van de schaal”. Er werd een ontwerp gemaakt van de nieuwe antenne en er moest natuurlijk getest worden. Dat gebeurde gedurende de zomer van 1972. Vele van de technici hebben nachtelijke “luisterritten” gemaakt door het land. Ik kan mij nog een nachtelijke rit heugen in de oude SAAB van Klaas Vaak vanaf Hilversum naar de Duitse grens achter Hengelo. We stonden ’s nachts in Apeldoorn met draagbare radio’s te luisteren en werden bijna opgepakt door de politie, we stonden nl bij een “zusterhuis” van het ziekenhuis en er waren al vaker rare dingen gebeurd daar! Altijd als ik de muziek hoor die tijdens de testen werd gebruikt van Les Paul en Mary Ford denk ik aan die nachten. Tijdens die test moest aan boord altijd de 192 antenne naar beneden gehaald worden en de 538 antenne omhoog gehesen worden. Allemaal wapenfeiten die door de techniese collega’s aan boord olv de begin 2001 helaas overleden hoofdtechnicus José van Groningen gedaan werden. Uiteindelijk werd het een geslaagde operatie! Nu kan ik ook wel onthullen dat er ook nog een LG (langegolf)frequentie als optie besproken is in de buurt van 209 kHz. Maar al vrij snel is vanwege de “antennelengte” op die golflengte is daar van afgezien.
De avond en nacht van 2 april 1973 was ook zo’n gedenkwaardige dag bij Veronica. Het stormde in Hilversum ook al heel erg, maar ja, dat deed het wel vaker. Ik weet niet meer hoe, maar het enige dat ik mij nog herinner is dat Ad Bouman en ik en ik dacht Bert Verweij in de beige BMW van Ad met een noodgang naar Scheveningen zijn gereden. Bomen op de weg, Ad z’n motor van z’n auto bijna opgeblazen en zand in de smalfilm camera. Daar lag de Norderney, op een plek waar ‘ie niet hoorde. Verder is m’n geheugen betreffende die tijd “leeg”. Merkwaardig!.
Een andere belangrijke gebeurtenis stond ons te wachten, 18 april 1973 , “We kunnen het toch proberen?”. Het was collega Anneke Veenstra, werkzaam in de discotheek van Veronica, die deze legendarische woorden in die spot sprak. Honderduizenden mensen gaven gehoor aan haar oproep. Zoals we nu weten heeft het niet geholpen.
Uiteindelijk werd de zaak in juni 1973 beslist in de 2e kamer en later in de eerste kamer op 22 januari 1974. We hadden in die tijd een tijdelijke studio ingericht in het kantoor van rederij de Ruiter te Scheveningen. We hadden nl toestemming gekregen om opnamen te maken in de tweede kamer tijdens de debatten. Ik was samen met Karel van der Woerd verantwoordelijk voor de montage van fragmenten van die opnamen en die werden dan weer met een snelle boot naar de Norderney gebracht.
Voor die tijd was het een komen en gaan van politici in de studio in Hilversum. En allemaal maakten ze de mooiste beloften. Er waren er maar twee in mijn beleving die in de kamer ook zeiden wat ze ons in Hilversum beloofden; Jan Keja van de VVD, die oud zeeman was en zelfs enkele dagen te gast aan boord van de Norderney is geweest. Ook Dolf Coppes van de PPR nam het in zekere zin op voor Veronica. Ik zal zijn woorden in de 2e kamer niet gauw vergeten; “en dan moet ik weer zeggen, vrienden het is niet gelukt……”. Hij doelde daarmee op het feit dat hij niet aan de mensen in het land kon uitleggen dat Veronica weg moest. De partij van Dolf Coppes was notabene de partij van minister Harry van Doorn. Die kreeg in die tijd altijd de volle laag van iedereen. Nu beschouwend was dat niet helemaal terecht want het was natuurlijk ook het ministerie van Verkeer en Waterstaat dat een grote vinger in de pap had. Omstreeks 1976 maakten Tom Mulder en ik een interview in Lopik over de golflengte wisseling van Hilversum 3 met een hoge adviseur van het ministerie, dhr. Reinhold en hij bevestigde ons dat in zijn optiek het zo was dat Veronica om politieke reden moest verdwijnen (maar dat wisten wij al). Hij zei dat overigens nadat hij zich ervan vergewist had dat m’n NAGRA opnameapparaat uit stond. Ja, ja, zo gaat dat.
De zomer van 1974 kenmerkte zich in hard werken en programma’s maken op lokatie.
Na de 2e kamer debatten stuurde Rob Out iedereen een telegram met daarin instructies, want hij had bedacht dat er actie gevoerd zou gaan worden. Er moest een heuse omroep komen die zou gaan opereren binnen het publieke omroep bestel. Maar uiteindelijk rolde op 20 augustus 1974 een persbericht op de mat bij Veronica met daarin het besluit dat op 1 september 1974 het verdrag van Straatsburg van kracht zou worden. Het resulteerde in een planning van de laatste week die er als volgt uitzag. Rob Out typte hem al op papier van de Veronica Omroep Organisatie (VOO). Hij was daar immers al druk mee doende.
De laatste week was een week van ongeloofelijk hard werken om alles programmatisch nog voor elkaar te krijgen. De bijzondere fragmenten, de oud collega’s vragen om nog één keer te gast te zijn bij het radio station waar zij begonnen waren. Zonder uitzondering stemden zij toe. Ook kwamen er ineens collega’s van het toenmalige Hilversum 3 “kijken”. Ik vond dat wel wat merkwaardig soms, maar ja, zo gaat dat.
Zelf was ik in die tijd al gevraagd door Klaas Vaak (Tom Mulder) om zijn producer te worden bij de TROS radio. En omdat er maar een paar mensen mee “konden” naar de VOO greep ik die kans met beide handen aan. Inmiddels gleed de ontslagbrief van Veronica in de bus.
De laatste week is door het harde werken, bijna dag en nacht, heel snel voorbij gegaan. Ik heb ‘m als het ware niet beleefd! En dat is mij later flink “opgebroken”. Want het niet fatsoenlijk afscheid nemen van een “dierbare”, in mijn geval was dat Veronica, bleek later diep ingegrepen te hebben in m’n leven. 25 jaar later, in de zomer van 1999 tijdens de Veronica 1224 reunie, heb ik op mijn manier afscheid genomen. En ook het soms meewerken aan Radio 192, het geesteskind van oud collega en vriend Ad Bouman en zijn mede compaan Michael Bakker geeft een heerlijk gevoel. Dat samen met het compleet maken van het Radio Veronica archief, een stuk daarover is te vinden elders op deze site doet mij wel eens verzuchten tegen Ad Bouman; “wij zijn onze radio carriere begonnen bij Veronica, ik denk dat we hem ook doende met Veronica eindigen”. Inmidels ben ik alweer 29 jaar werkzaam bij de TROS. Een omroep, ook ontstaan uit zee en waar ik de eer had om nog “Joop” te mogen zeggen tegen de de legendarische Joop Landré die ook al samen met voorzitter mr. Henri Minderop betrokken was bij het ontstaan van de TROS. En ook daar zaten vele collega’s met “zeebenen”; Freek Simon; Tom Mulder; Ferry Maat; Ad Roland, Cees Maninhetveld. Zij ging allemaal weg bij de TROS en helaas overleed Freek Simon in februari 2002. Ik ben overgebleven en dat stemt ook nu niet weer tot vreugde. Het niet kunnen “delen” van herinneringen doet soms pijn.
Dit waren mijn herinneringen aan 7 jaren Radio Veronica. Voor mijn gevoel waren het heerlijke tropenjaren. Het waren “vluchtige herinneringen”. Het kan veel uitgebreider en gedetailleerder.
Vriend, journalist en groot Veronica kenner Jelle Boonstra wil terzijnertijd een boek schrijven met zoals ik het noem; “het echte verhaal”. Inmiddels heeft Jelle mijn papieren Veronica archief, waaruit je in dit verhaal enkele foto’s hebt gezien, in kaart gebracht en ingebonden. Het zijn drie boeken geworden. Nee, ze zijn niet te koop of te leen. Ik koester ze, het is mijn “Veronica geschiedenis”, één van de belangrijkste periodes uit m’n leven!
Juul Geleick
Programmatechnicus Radio Veronica 1967 - 1974