sanne benjamin

Uit het dagboek van een Alkmaarse Veronica luisteraar

door Sanne Benjamin

Zaterdag 23 september 1972

Om 11 uur begon op het oude AFC-terrein aan de Westerweg hier in Alkmaar een voetbalwedstrijd tussen een elftal van het St. Elisabethziekenhuis en het Veronica-elftal. Entree: volwassenen f 1,--, kinderen f 0,50, opbrengst voor de Alkmaarse ziekenomroep AROA. (Dit alles stond donderdag in de Alkmaarsche Courant).

Mijn zus Janneke zit in de redaktie van de Mavo-schoolkrant (De Fluistervink) en zij had de opdracht gekregen om naar die wedstrijd te gaan, wat Veronica-spelers te interviewen, en er een verslag over te schrijven. Aldus togen Janneke en ik naar het voetbalveld; ik had een witte band met “PERS” erop op m’n mouw gespeld. Bij de entreepoort stond een man stickers uit te delen, en nadat je betaald had kreeg je een sticker, een witte met rode letters: Veronica 538 nu op volle kracht.

We zagen nog enkele Veronica-spelers naar de kleedkamer lopen, o.a. Stan (met z’n bril op, maar hij voetbalde zónder bril), met grote tassen. Toen de Veronica-spelers in tenue uit de kleedkamer kwamen werden ze meteen bestormd door handtekeningenjagers, vnl. meisjes van ± 13 jaar, die zeer teleurgesteld keken als ze de naam die op hun papiertje werd gekrabbeld helemaal niet kenden (zoals Henk Richter, zag ik). Ik vroeg aan Stan of we in de pauze wat vragen mochten stellen. Ja, zei die. Tot mijn verbazing liep ook Henk van Dorp het veld op.

De wedstrijd begon iets te laat, ± kwart over 11. D’r was een echte KNVB-scheidsrechter in een zwart pakkie, en natuurlijk 2 grensrechters. O ja, d’r waren ook nog Veronicavrouwen, ik zag tenminste (vóór de wedstrijd, bij de kleedkamer) Joop bij een vrouw met een kindje. De ziekenhuisspelers speelden in geel en blauw, en de Veronicaspelers in de bekende oranje kousen, blauwe broek, en wit shirt met oranje? Veronicascheepje op het borstzakje.

De opstelling bij Veronica was als volgt: in ’t doel: Loek. Achter: Han Vastenburg, Henk Richter, en Kwinie, en Joop. Midden: Tonnie de la Morena, Hans Steinhaus (waarschijnlijk tenminste) en Henk van Dorp. Voor: Stan Haag, Huub Veenhof en Mimo.

Zoiets was ’t ongeveer, die plaatsen (linksback enzo) weet ik nooit zo precies. Voorzover ik de spelers niet herkende kon ik uit de namen die ze elkaar toeriepen wel ongeveer opmaken wie ’t waren, en verder kon ik ’t nog zien op de opstelling die in de kleedkamer lag. Maar dat komt later. De wedstrijd ging tamelijk gelijk op. Veronica drong steeds op, maar de ziekenhuizers deden dan weer snelle gevaarlijke uitvallen. Gelukkig was de Veronica-keeper hartstikke goed. In de 1e helft werd het 1-0 voor het ziekenhuis, doordat ze vlak bij het doel een vrije trap mochten nemen. Toch kreeg ik de indruk dat de Veronicaspelers beter op elkaar ingespeeld waren, ze speelden makkelijker over enzo.

Het publiek was gemiddeld zeer ondeskundig (wie is Rob Out nou? enz. enz.) en bestond grotendeels uit jongens en meisjes van 8 t/m 15 jaar, die nogal op de hand van Veronica waren. Ze klierden met de stickers, en ze wilden zo graag Rob Out, Chiel Montagne en Tom Collins enz. zien (vooral de meisjes). Verder was er een schare ziekenhuissupporters, die begonnen te gillen als het ziekenhuis een aanval opzette. Toen het rust werd liepen de spelers al handtekeningen uitdelend naar de kleedkamer. Daar haalde een Veronica-speler handen vol stickers uit een tas en gaf die aan een paar kleine jongetjes, met de opdracht: uitdelen jongens. Hij deelde de hele tas leeg.

Je zag jongetjes lopen met stapels stickers. Of ze ook uitgedeeld werden betwijfel ik. De junioren van het Alkmaarse Trompetterkorps waren aangekomen, en liepen in de rust al trommelend en trompetterend een ronde om het veld. Maar Janneke en ik gingen de kleedkamer in om vragen te stellen. Eerst ging ik naar Henk van Dorp, en ik vroeg waarom hij nog bij Veronica speelde. Nou gewoon, omdat ik dat leuk vind. Maar u werkt nu toch bij Vrij Nederland? Ja. Nou, dan mag ik toch evengoed hier wel voetballen? Meer wilde hij zeker niet zeggen, dus ik vroeg wat over de organisatie, en toen zei die dat ik dat maar aan Stan Haag moest vragen, dat is de aanvoerder, die regelt dat allemaal.

Dus vroeg ik het aan Stan, en die vertelde dat de wedstrijden altijd door de thuisklup georganiseerd worden. Die nodigen het Veronica-elftal uit. Veronica krijgt wel reiskostenvergoeding, maar verder doen ze het gratis, het is gewoon een liefhebberij. Ze verdienen er dus niets mee. En willen die jongens dat allemaal wel? Ja, dat vinden ze leuk.

Afijn, toen gebeurde er nog weer iets bijzonders in het kleine kleedkamertje, want terwijl de spelers zich tegoed deden aan limonade, en over de wedstrijd praatten (knudde), waren er een mevrouw met een microfoon en een meneer met een bandrecorder binnengekomen, en nadat de meneer het 3x fout had gedaan met de recorder, hield de mevrouw een heel verhaal in de microfoon, van Lieve luisteraars in het Centraal Ziekenhuis en in het Elisabethziekenhuis, we zijn hier nu in de kleedkamer van het AFC-terrein, waar de spelers van Veronica zitten uit te rusten van de voor hen minder goed afgelopen eerste helft van de wedstrijd. De aanvoerder, dat is ….. en ze hield de microfoon onder Stan z’n neus … “Stan Haag”, zei Stan met zijn koffiebruine stem. “Jááááá, de bekende diskjockey!” riep de mevrouw, en daarna moest Stan vertellen wat hij van de wedstrijd vond enzo, en moest hij de andere spelers voorstellen.

Stan begon over Huub Veenhof, en dan over Mimo, de Italiaan, die komt uit Milaan. Tot groot plezier van de mevrouw spuugde Mimo enkele onvervalste Italiaanse zinnen in de microfoon, en daarna wezen de jongens haar op Henk van Dorp. De mevrouw vond Henk ook “een bekende diskjockey”, en begon weer over de wedstrijd die tot nu toe zo slecht was verlopen voor Veronica. Henk zeurde wat dat ze maar op een andere golflengte moesten gaan voetballen, wat de mevrouw ook weer prachtig vond. Plaatjes draaien gaat beter, hè? vroeg ze. Ja, zei Henk, plaatjes draaien gaat beter.

De mevrouw vroeg ook nog of Lex Harding soms aanwezig was? Nee, zei Stan, die had gisteravond een feestje. (Nou vraag ik je; die Stan, die kan d’r wat van!). Waarna de ceremonie afgesloten werd, en Janneke en ik en de mevrouw en de meneer van de ziekenomroep de kleedkamer (waarin alweer enkele handtekening-verzamelaars waren doorgedrongen) verlieten. De trompettertjes waren net klaar, en al spoedig begon de 2e helft.

Het was mooi weer (hoewel een beetje fris), en er was tamelijk veel publiek. Veronica ging in de aanval, en al gauw scoorde Stan een prachtig doelpunt, uit een voorzet van Huub. 1-1. Daarna ging het spel weer gelijk op. Aan Veronicazijde vielen een drietal blessures, nl. Mimo, Tonnie, en nog eentje helemaal aan de andere kant van het veld. Tonnie was het ergste, maar ’t viel allemaal best wel mee, want langs de kant stond een verzorgster met een lange witte jas en een emmer water met een spons, die de gewonden weer snel op de been hielp.

Het ziekenhuis kwam op 2-1, en alle moeite van Veronica werd tegen het eind toch nog beloond door een doelpunt van Tonnie, 2-2, uit een corner van Henk.

Langs de lijn stonden twee jonge vrouwen, die Stan bleek te kennen. Hij kwam tenminste naar ze toe en zei dingen als hee ben jij d’r en hoe lang ben je d’r al enzo, en lachte naar ze. Toen de scheidsrechter om ± 1 uur affloot was het dus 2-2, een gelijkspel, zoals Stan in de kleedkamer al voorspeld had.

In de kleedkamer had ik ook nog vernomen dat de spelers na afloop nog iets te eten kregen. Afijn, de wedstrijd was afgelopen, het veld lag bezaaid met witte papiertjes (de achterkantjes van de stickers), er liep haast geen kind meer rond zonder stickers op z’n broek, en Janneke en ik gingen naar huis.

Sanne Benjamin